barbediende, barkeeper, barman, kelner, ober - inktkoelie, kantoorbediende, kantoorklerk, kantoorknecht, klerk - company man (en) - afschrijver, kopiist, kopiïst, schriftgeleerde, steller, stelmonteur, wetgeleerde - copywriter, tekstschrijver - crewman (en) - bezorger, bezorgster, boodschappenjongen, krullenjongen, loopjongen, wijkbezorger - dining-room attendant, restaurant attendant (en) - dispatcher (en) - dog catcher (en) - floater (en) - afdelingschef - gardener (en) - gasopnemer, meteropnemer - loopjongen, loopmeisje - hired help (en) - pensionaris, raadpensionaris - jobholder (en) - line worker (en) - manegehouder, stalhouder - chico de los recados, mandadero, ordenanza (es) - organization man (en) - drager - barman - landsdienaar - registrador (es) - verkoper, vertegenwoordiger, vertegenwoordigster, winkelbediende - reclameman - spotter (en) - spotter (en) - personeelslid, redactielid - toneelknecht - veger - tolbeambte - spoorbeambte, spoorwegarbeider, spoorwegbeambte - afsluitkraan - audiotypist, dictafonist, dictafoniste, tikgeit, tikker, typist, typiste - arbeider, gespecialiseerd arbeider, werker - samoupravlxacy (sr) - hire (en) - stocktaker, stock-taker (en)[Spéc.]

aannemen, bekleden, bezighouden, huren, in dienst hebben, in dienst nemen, plaatsen, tewerkstellen[Dérivé]

werkgever[Ant.]

arbeider (n.m.) • beambte (n.) • bediende (n.) • employé (n.m.) • kantoorbediende (n.) • loontrekker (n.) • tewerkgestelde (n.) • werknemer (n.m.) • winkelbediende (n.)