» 

diccionario analógico

banquerobankier - districtshoofd - directora, jefaadministratrice, bestuurster, directrice, hoofd, leidster[Spéc.]

dirigirleiden, regisseren - administrar, controlar, dirigir, dominar, llevar, manejar, manipular, supervisar, vigilarbeheren, controleren, de controle hebben over, de kontrole hebben over, gaan, gezag hebben over, hanteren, het toezicht hebben op, in bedwang hebben, kontroleren, omgaan met, onder controle hebben, onder kontrole hebben, superviseren, toezicht hebben, toezicht houden, toezicht houden op - directivobestuur-, directeur-, leidend, leidinggevend - gerenciarentmeesterschap - direcciónleiding[Dérivé]

bedrijfsleider (n.m.) • beheerder (n.) • bestuurder (n.m.) • dir. (n.) • director (n.) • dirk (n.) • gerant (n.) • gerente (n.) • inspector (n.) • manager (n.m.) • manager (n.m.) • superintendente (n.)

-