Contenido de sensagent

definiciones
sinónimos
antónimos
enciclopedia

investigaciones anteriores en el diccionario :

computado en 0.016s

▷imprimir ▷Français ▷English ▷Português

red semántica multilingüe

diccionario analógico

bouwkundige; bouwmeester; architect; architekt; architekte; bouwkundig ingenieur; architecte; designer; ontwerper; vormgever — Baufachmann; Baumeister; Architekt; Architektin; Bauingenieur; Bauingenieurin; ARCHITEKTIN[Classe]

bouwer; samensteller; samenstelster; ontwikkelaar; projectontwikkelaar; aannemer; bouwondernemer; bouwonderneemster — Erbauer; Erbauerin; Bauunternehmer; Bauunternehmerin[ClasseHyper.]

responsable de chantier (fr)[Classe]

maker; maakster; vervaardiger; vervaardigster; fabrikant; fabrikante — Erzeuger; Erzeugerin; Hersteller; Herstellerin[Classe]

building_industry (en)[Domaine]

OccupationFn (en)[Domaine]

aannemersbedrijf, contractant[Hyper.]

aanbouwen, aanleggen, bebouwen, bouwen, construeren, in elkaar timmeren, konstrueren, leggen, opbouwen, optrekken, timmeren — anbauen, aufbauen, bauen, erbauen, errichten, konstruieren, schreinern, tischlern, zimmern, zurechtzimmern[Dérivé]

aannemer, bouwer, bouwonderneemster, bouwondernemer, ontwikkelaar, projectontwikkelaar, samensteller, samenstelster — Bauunternehmer, Bauunternehmerin, Erbauer, Erbauerin

botenbouwer - aannemer, aannemersbedrijf, bouwer — Auftragnehmer, Unternehmer - constructor de casas (es) - revolutiebouwer - wegwerker - scheepsbouwer — Schiffsbauer - bierbrouwer, brouwer — Brauer[Spéc.]

aanbouwen, aanleggen, bebouwen, bouwen, construeren, in elkaar timmeren, konstrueren, leggen, opbouwen, optrekken, timmeren — anbauen, aufbauen, bauen, erbauen, errichten, konstruieren, schreinern, tischlern, zimmern, zurechtzimmern[Dérivé]

aannemer (n.) • Bauunternehmer (n.m.) • Bauunternehmerin (n.f.) • bouwer (n.m.) • bouwonderneemster (n.f.) • bouwondernemer (n.m.) • Erbauer (n.m.) • Erbauerin (n.f.) • ontwikkelaar (n.) • projectontwikkelaar (n.m.) • samensteller (n.m.) • samenstelster (n.f.)

-