pregonero, subastador — afslager, roeper, veilingmeester, vendumeester - agente de seguros — assuradeur, assurantieagent, assurantiemakelaar, verzekeraar, verzekeringsagent - asegurador - agente inmobiliario, API, corredor de casas, corredor de fincas — huismakelaar, huizenmakelaar, makelaar, makelaar in onroerend goed - agente marítimo, corredor de buques, corredor marítimo — cargadoor, scheepsbevrachter, scheepsmakelaar - agente de bolsa, agente de cambio y bolsa, bolsista, cambista, corredor de bolsa — beursmakelaar, effectenmakelaar, effektenmakelaar, geldwisselaar, geldwisselaarster, wisselagent, wisselmakelaar - síndico — staalmeester - agente de viajes, operador turístico, touroperador — reisagent, toeroperator, touroperator[Spéc.]

broker (en) - agential (en)[Dérivé]

agens (n.) • agent  • agente  • agente comercial (n.) • agente de negocios (n.) • comisionista (n.) • commissionair (n.m.) • corredor (n.) • corredor/agente de bolsa (n.) • corredor de comercio (n.) • factoor (n.) • factor (n.m.) • handelsagent (n.m.) • handelsagente (n.f.) • handelsreiziger (n.m.) • intermediaria (n.f.) • intermediario (n.m.) • kommissionair (n.m.) • makelaar (n.) • tussenpersoon (n.m.) • vertegenwoordiger (n.m.)