wonderkind - broekeman, broekemannetje, broekenman, broekenmannetje, gast, gozer, jochie, kerel, kereltje, vent — Bursche, Junge, Kerl, Typ - pleegbroer, pleegzuster — Pflegebruder - boy, goof, gozer, joch, jong, jongen, -jongen, jongetje, knul — ...-junge, Bube, Knabe - male offspring, man-child (en) - baas, basserool, broger, gabber, gast, heerschap, jongen, kerel, klant, knaap, man, mannetje, manspersoon, meneer, mijnheer, pief, vent — Mann - echtgenoot, eega, gade, gemaal, kerel, man, manlief, mannie, vent - man (en) - mother's son (en) - sirrah (en) - фолк изпълнител, фолк певец (bg) - macho (en)[Spéc.]

-man — -mann[Dérivé]

cuerpo masculino (es)[Desc]

dame, gleuf, gleufdier, juffrouw, mens, mevr., mevrouw, mokkel, mw., tante, vrouwmens, vrouwspersoon, vrouwtje, wijf, wijfie, zij — weiblich[Ant.]

baas (n.m.) • basserool (n.) • broger (n.) • gabber (n.) • gast (n.m.) • heer (n.m.) • heerschap (n.) • Herr (n.m.) • jongen (n.m.) • kerel (n.m.) • Kerl (n.m.) • klant (n.) • knaap (n.m.) • man (n.m.) • Mann (n.m.) • Männchen (n. neu.) • mannetje (n. neu.) • mannetjes- (n.) • mannetjesdier (n. neu.) • männlich  • Mannsbild (n. neu.) • manspersoon (n.m.) • meneer (n.m.) • mijnheer (n.m.) • pief (n.) • vent (n.m.)