Contenido de sensagent
investigaciones anteriores en el diccionario :
computado en 0.016s
chef politique (fr)[Classe]
eenling, enkeling, figuur, iemand, individu, mens, menselijk wezen, particulier, persoon, sterveling, stervelinge, zelfstandige, ziel — alma, hombre, humano, individuo, mortal, persona - held, heldin, toonbeeld — modelo[Hyper.]
lead (en) - aan de leiding gaan, aan kop gaan, aanvoeren, voeren, voorgaan, vooroplopen, vooruitgaan — encabezar, liderar, llevar - brengen, gidsen, rijden, voeren — llevar - aan het hoofd staan van, aanvoeren, beheren, gezag hebben over, leiden, toezicht hebben — administrar, capitanear, controlar, dirigir, encabezar, estar al frente de, liderar, llevar, presidir - liderato, liderazgo - leiderscapaciteiten, leiderschap — don de mando - stippellijnen — cuadro, mando - leiderschap, leiding — liderato, liderazgo[Dérivé]
aanhanger, adept, adherent, leerling, volgeling — adherente, partidario, secuaz, seguidor[Ant.]
autoridad religiosa, líder espiritual - aristocraat, aristocrate, aristokraat, aristokrate, blauw bloed — aristócrata, sangre azul - haantje-de-voorste, haantje-vooruit - caller (en) - aanvoerder, kopman, lijstaanvoerder, lijsttrekker, ploegleider — capitán - cheerleader — animador - choragus (en) - civic leader, civil leader (en) - aanvoerder, aanvoerster, baas, bazin, chef, cheffin, hoofd, leider, leidster — adalid, cabeza, capitán, capitana, caudillo, conductor, conductora, dirigente, jefa, jefe, líder - godenzoon, halfgod, supermens, Übermensch — semidiós, superhombre - duce — duce - werkgever — amo, empresario, patrón - huisvader, mevrouw, mijnheer, p., pater, pater familias, vaderdier — padre, padre de la Iglesia - baas, bazin, broodheer, chef, patroon, waard — jefa, jefe, mesonero, patrón, patrono - leider — animador - animator, animatrice, gangmaakster, gangmaker — alma - begeleider, gids, hoofdman, leiboom, leidsman — guía - wijze man — gurú - chef, hoofd, kopstuk, leider, ouwe, topfiguur, topman, voornaamste — alto personaje, cabeza, gerifalte, gran figura, jefe, responsable - dorpshoofd, hoofdman, stamhoofd — cacique, jefe, jefe de tribu - imam — imán - initiatiefneemster, initiatiefnemer, initiator — iniciador, iniciadora, instigador - labor leader, labour leader, trade union leader, union leader, union officer (en) - wetgever - malik (en) - military leader (en) - misleader (en) - held, heldin, toonbeeld — modelo - held, hoofdfiguur, hoofdpersoon, hoofdrolspeler — héroe, heroína, personaje central, personaje principal, protagonista - nationalist leader (en) - point man (en) - point woman (en) - politica, politicus, politieker, politiek leider, politiek leidster, staatsman — hombre público, jefa política, jefe político, líder, líder político, política, político - politica, politicus, staatkundige — estadista, hombre de estado, político - presiding officer (en) - puppet leader, puppet ruler (en) - religious leader (en) - hopman — scouter - spearhead (en) - stakingsleider - meerdere — superior - fakkeldrager, toortsdrager — portahachón - lestoestel, lesvliegtuig, trainer — preparador - şeyhülislam (tr) - heerser, hoofdman, opperhoofd, staatshoofd — dirigente, gobernante, jefe de Estado, jefe del Estado - bestuurder, moderamen, praeses, pres., president, president-directeur, president-direkteur, presidente, voorz., voorzitster, voorzitter — presidenta, presidente - politicyarka (sr) - pied piper (en) - Husain, Husayn, Hussein, Saddam, Saddam bin Hussein at-Takriti, Saddam Hussein (en) - Judas Maccabaeus (en) - Ahmad Shah Masoud, Masoud (en) - Gaddafi, Khadafy, Muammar al-Qaddafi, Muammar el-Qaddafi, Qaddafi, Qadhafi (en)[Spéc.]
liderato, liderazgo - leiderscapaciteiten, leiderschap — don de mando[Propriété~]
lead (en) - aan de leiding gaan, aan kop gaan, aanvoeren, voeren, voorgaan, vooroplopen, vooruitgaan — encabezar, liderar, llevar - brengen, gidsen, rijden, voeren — llevar - aan het hoofd staan van, aanvoeren, beheren, gezag hebben over, leiden, toezicht hebben — administrar, capitanear, controlar, dirigir, encabezar, estar al frente de, liderar, llevar, presidir - leiderschap, leiding — liderato, liderazgo - stippellijnen — cuadro, mando[Dérivé]
aanhanger, adept, adherent, leerling, volgeling — adherente, partidario, secuaz, seguidor[Ant.]
baas (n.m.) • concertmeester (n.) • corredora a la cabeza (n.f.) • corredor a la cabeza (n.m.) • dirigente (n.) • hoofdman (n.m.) • koploopster (n.f.) • koploper (n.m.) • kopman (n.) • leider (n.m.) • leidersfiguur (n.) • leidsman (n.) • leidster (n.f.) • líder (n.) • lijstaanvoerder (n.m.) • lijsttrekker (n.) • meester (n.m.) • meesteres (n.) • voorman (n.m.) • windbreker (n.)
-