» 

diccionario analógico

haarscheiding, scheidingcarrera, partido, partidura, raya, retiro - aseje - ecuador magnético - línea agónica - isógona, línea isogónica - bergkam, bergrug, kam, kruin, nokcaballete, cima, cresta, cumbre, lomera, mojinete, pico, pico, cumbre - boomgrenslímite del arbolado, límite de la vegetación arbórea, límite forestal - sneeuwgrenslímite de nieves perpetuas - fault line, fault outcrop, fault trace (en) - great circle (en) - boordselbajo, vira - hipline (en) - hipline (en) - einder, gezichtseinder, horizon, kim, kimme, skylinehorizonte - isarithm, isogram, isopleth (en) - flight line (en) - gezichtslijn, richtas, richtlijnvisual - breedtecirkel, breedtegraad, parallel, parallelcirkelparalelo - latitud lunar - fietspad, koerslijn, reisroute, rijwielpad, routebeschrijving, wegcamino, itinerario, recorrido, ruta, vía - cuadrante - kompasrichting, kompasstreek, loxodroomcuarta, rumbo - danger curve, danger line (en) - side (en) - waterlijnlínea de agua, línea de flotación - filigram, papiermerk, waterlijn, watermerk - demarcatielijn, keerpunt, scheidingslijn, scheidslijn, waterscheidingcuenca, divisoria, divisoria de las aguas, línea divisoria de aguas, línea divisoria de las aguas, parteaguas - baan, cursusjaar, fietspad, loop, rijwielpadcamino, curso, derrotero, trayectoria - línea de fuerza[Spéc.]

línea (n.f.) • linie (n.f.)

-