rijksdienst, staatsdienst - cuerpo legislativo, legislativo, legislatura, parlamento, poder legislativo — legislatuur, wetgevend, wetgevende macht, wetgevende vergadering, wetgevend lichaam - ejecutivo, poder ejecutivo — uitvoerende macht - judicatura — justitie - división — afd., afdeling, sectie - oficialidad — overheidspersoneel[membre]

ancien regime (en) - corte, corte real — gerechtshof, hof, hofhouding, koninklijk hof, tribunaal - Downing Street (en) - imperio — imperium, rijk - bondsregering, rijksoverheid, soevereiniteit - government-in-exile (en) - gemeenteadministratie, gemeentedienst - palace (en) - papado, pontificado — apostolaat, pausdom, pausschap, pontificaat - gobierno de comparsa, gobierno títere — marionettenregering - estado, gobierno — deelstaat, regering - state government (en) - authoritarian regime, authoritarian state (en) - bureaucracy (en) - military government, stratocracy (en) - totalitarian state, totalitation regime (en)[Spéc.]

administrativa, administrativo — administratief, bestuurlijk, bestuurs-[Rel.Pr.]

administrativamente — administratief, bestuurlijk[Adv.]

estar en el poder, gobernar, mandar, regir, reinar — aan de macht zijn, gebieden, heersen, heersen over, overheersen, regeren[Dérivé]

administración, administración pública, gerencia, gobierno — administratie, beheer, landsregering, overheidsdienst, regering - judicatory, judicature, judicial system, judiciary, judiciary, the (en)[Desc]

administración (n.f.) • Administración pública (n.f.) • autoridad (n.f.) • autoridades (n.f.p.) • autoriteit (n.f.) • autoriteiten (n.f.p.) • bestuur (n. neu.) • bewind (n. neu.) • fuerza (n.f.) • gezag (n. neu.) • gezagsdragers (n.) • gobierno (n.m.) • gouvernement (n. neu.) • heerschap (n. neu.) • landsregering (n.) • mando (n.m.) • overheid (n.f.) • regering (n.f.) • regiem (n. neu.) • regime (n. neu.) • régimen (n.m.) • reinado (n.m.) • troon (n.m.)