landschapsarchitectuur, tuinarchitectuur - planificación urbanística (es) - binnenhuisarchitectuur[Spéc.]

architect, architecte, architekt, architekte, bouwkundige, bouwkundig ingenieur, bouwmeester, designer, ontwerper, vormgever — Architekt, Architektin, Baufachmann, Bauingenieur, Bauingenieurin, Baumeister[PersonneQuiFait]

architectonisch, architektonisch — architektonisch - architectural (fr)[Rel.Pr.]

architectonisch, bouwkundig — Architektur-..., Bau-, baulich[Dérivé]

architectonics, tectonics (en)[Desc]

astylar (en) - attached (en) - detached (en) - engaged (en) - trabeate, trabeated (en) - boogsgewijs, boogsgewijze, boogvormig — bogenförmig, geschwungen - foliate, foliated (en) - boog, triomfboog — Bogen, Bogen; das Gewölbe - architectural ornament (en) - architectuur — Architektur - attic (en) - ante, colonne, kolom, kolonne, pijler, pilaar, steunpilaar, zuil — Grundpfeiler, Grundsäule, Kolonne, Pfeiler, Säule, Streb, Stützpfeiler - console, karbeel, kraagsteen, kraagstuk — Konsole - corbel arch (en) - corbel step, corbiestep, corbie-step, crow step (en) - trapgevel — Treppengiebel - piedra angular (es) - drip, drip cap, drip mold, drip mould (en) - entablature — Gebälk - bladerdak, festoen, feston, lofwerk, loofwerk - modillion (en) - penant, strekdam - torenspits — Zinne - scape, shaft (en) - term, terminal figure, terminus (en) - vaulting (en) - order (en) - columniation (en) - fenestration (en) - kunstvorm — Kunststil - bouwen — bauen - corbel (en) - cornice (en) - conge, congee (en) - Zwickel - hip (en)[Domaine]

architectuur (n.f.) • Architektonik (n.f.) • Architektur (n.f.) • architektuur (n.f.) • Baukunst (n.f.) • bouwkunde (n.f.) • bouwkunst (n.f.) • bouwstijl (n.m.) • bouwtrant (n.)