apophatism (en) - cataphatism (en) - analogy, doctrine of analogy (en) - culto - ecclesiasticism (en) - misticismo — mysticisme, mystiek - animisme, natuurgodsdienst - revealed religion (en) - teísmo — theïsme - gentilidad, paganismo — heidendom, paganisme - cristianismo — christendom - hindoeïsme - brahmanisme - Jainismo — Jaïnisme - Sikhism (en) - Budismo - Hsuan Chiao, Taoism (en) - shintoïsme - Manichaeanism, Manichaeism (en) - Mithraicism, Mithraism (en) - Zoroastrismo — Zoroastrisme - Bahaism (en) - sjamanisme - sjamanisme - Nakşibendilik (tr) - Bektaşilik (tr) - Mevlevilik (tr) - Alevilik (tr) - Nurculuk (tr) - culto — cultus - Wicca (en)[Spéc.]

religioso — godsdienstig, religieus - persona religiosa — gelovige[Dérivé]

deicide (en) - déicide (fr) - vrijzinnig - clean (en) - impuro — onrein - adequaat, overeengestemd, passend - discalceate, discalced, unshod (en) - formal, formalista — formalistisch, formeel, vormelijk - cristiano — christelijk - protestante — protestant, protestants - calvinista — calvinistisch, gereformeerd - Jewish-Orthodox, Orthodox (en) - ortodoxo — orthodox, ortodox - Anglican (en) - Congregational, Congregationalist (en) - episcopalista - revivalistic (en) - Lutheran (en) - Methodist, Wesleyan (en) - mormón — mormoons - Unitarian (en) - catechismal (en) - persecución — actie, persecutie, prosecutie, rechtsvervolging, vervolging - trasnochada, vela, velatorio — waak, wacht, wake - consagración, sacralización — bisschopswijding, wijding - celibato — celibaat, onthouding - tolerancia — verdraagzaamheid - traditionalism (en) - botafumeiro, incensario — reukvat, wierookvat - claustro — kloostergang, kruisgang - balandrán, hábito, vestido, vestidura — gewaad, habijt, i, kap, kleed, monnikengewaad, monnikspij, ordekleed, pij - ortodoxia — fundamentalisme, orthodoxie, rechtzinnigheid - averno, infierno — Acheron, Hades, milieu, onderwereld, penoze, schimmenrijk, Tartarus - meditatie - afirmación - desmitificación — ontmythologisering - Lucifer, Satán, Satanás — Beëlzebub, Beëlzebul, Duivel, Satan - compañero, hermano — br., broeder, broer, convers, fr., frater, kloosterbroeder, lekebroeder, lekenbroeder, ordebroeder - conformista, contemporizador — conformist, conformiste - latitudinario - numen (en) - noviciado — noviciaat, proefperiode, proeftijd - die (en) - creer — geloven - equivocarse — vergissen - aficionarse a, andar loco con, andar loco por, chiflarse por, encantar a u.p., endiosar, estar aficionado a, estar chiflado con, estar loco con, estar loco por, gustar mucho a u.p., idolatrar, prendarse de, volverse loco por — dol zijn op, gek zijn op, tuk zijn op, verafgoden, verzot zijn op, weg zijn van - reincarnate, transmigrate (en)[Domaine]

crédito (n.m.) • credo (n.) • erezaak (n.) • fe (n.f.) • geloof (n. neu.) • geloofsovertuiging (n.f.) • gewetenszaak (n.f.) • godsdienst (n.m.) • kloosterleven (n.) • religie (n.f.) • religión (n.f.)