idee - beoordeling, oordeel, verstand — enjuiciamiento, entendimiento, juicio - blik — acáis, clisos, vista, visto - vooroordeel — prejuicio - pool — polo - political sympathies, politics (en)[Spéc.]

aannemen, denken, geloven, imagineren, inbeelden, indenken, nagaan, postuleren, presumeren, stellen, toedenken, verbeelden, verwachten, vinden, vooropstellen, voorstellen — esperar, esperarse, figurar, figurarse, imaginar, imaginarse, opinar, pensar, postular, sospechar - menen, vinden, zeggen — considerar, encontrar - aanmerken, aanschouwen, aanzien, achten, beschouwen, beschouwen als, bevinden, houden, inzien, oordelen, schatten, vinden, zien — considerar, contemplar, mirar, observar, ver[Dérivé]

apreciación (n.f.) • convencimiento (n.m.) • convictie (n.) • creencia (n.f.) • criterio (n.m.) • denkbeeld (n. neu.) • dunk (n.) • gevoelen (n.) • gezindheid (n.f.) • het denken (n.) • inzicht (n. neu.) • opinie (n.) • opinión (n.) • opvatting (n.) • overtuiging (n.f.) • parecer (n.) • pensamiento (n.) • punto de vista (n.m.) • standpunt (n. neu.) • stellingname (n.f.) • visión (n.f.)