Contenido de sensagent
investigaciones anteriores en el diccionario :
computado en 0.0s
moeilijkheid; moeite; moeilijkheden — apuro; inconveniente; dificultad; abarrancadero[Classe]
moyen pour obliger qqn (à faire, à être) (fr)[Classe]
moyen, ressource pour faire qqch (fr)[Classe]
(tegengestelde; tegenovergestelde; tegendeel; tegenpool), (aanranding) — (contrario), (agresión)[Caract.]
bezwaar, moeilijkheid — dificultad, obstáculo[Hyper.]
afschrikken, verhinderen — desalentar, disuadir, oponerse - hinderen , moeilijk, verhinderen , vertragen — estorbar, impedir - belemmeren, derangeren, deren, geven, hinderen — dificultar, dificultar, entorpecer, entorpecer, estorbar, impedir, obstaculizar, obstruir, retrasar - afstoppen, belemmeren, bemoeilijken, impediëren, remmen, stuiten — chafar - afschrikwekkend — disuasivo, disuasorio[Dérivé]
albatross, millstone (en) - kleilaag — fastidio, lata, latazo, murga - rem — carga, estorbo - beletsel, hinderpaal, obstakel — atadura, atascadero, embarazo, impedimento, obstáculo, obstrucción, traba - corsé - diriment impediment (en)[Spéc.]
bij verhindering, in geval van verhindering — en caso de ausencia, en caso de impedimento[Adv.]
afschrikken, verhinderen — desalentar, disuadir, oponerse - hinderen , moeilijk, verhinderen , vertragen — estorbar, impedir - belemmeren, derangeren, deren, geven, hinderen — dificultar, dificultar, entorpecer, entorpecer, estorbar, impedir, obstaculizar, obstruir, retrasar - afstoppen, belemmeren, bemoeilijken, impediëren, remmen, stuiten — chafar[Dérivé]
atadura (n.f.) • atascadero (n.m.) • barrière (n.f.) • beletsel (n. neu.) • bezwaar (n. neu.) • drempel (n.) • freno (n.m.) • handicap (n.m.) • hindernis (n.) • hinderpaal (n.m.) • hobbel (n.) • impediment (n.) • impedimento (n.) • obstakel (n. neu.) • obstrucción (n.f.) • rem (n.f.) • struikelblok (n. neu.) • struikelsteen (n.) • traba (n.f.) • verhindering (n.f.)
-