Contenido de sensagent
investigaciones anteriores en el diccionario :
computado en 0.0s
kunnen, macht, potentie, solvabiliteit, vermogen — aptidão, capacidade[Hyper.]
bijdehand, intelligent, schrander, slim, verstandig — inteligente - dom, domme, dwaas, flauw, hersenloos, onverstandig, onverstandige, stom, stomme — estúpido, lerdo, medricas, parvo - nadenkend — dotado de razão, inteligente, que raciocina, racional[Dérivé]
intellect, intellekt, verstand — intelecto, inteligência - onbekrompenheid - nonverbal intelligence (en) - verbal intelligence (en) - denkwereld, esprit, gedachtenwereld, geestigheid, hersens — agudez, agudeza, cabeça, cérebro, espírito, inteligência, senso - snel reactievermogen — agudeza - genialiteit — brilho, gênia, génio, talento - precociteit, voorlijkheid, vroegrijpheid, vroegtijdigheid — precocidade, prontidão - doordringendheid, enthousiasme, scherpheid, scherpte, scherpzinnigheid, vernuft — entusiasmo, sagacidade - handigheid, slimheid, verstand — esperteza, inteligência, talento - scherpzinnigheid, slimheid, spitsheid, spitsvondigheid — astúcia, astucidade, sagacidade - intelligentie, verstand — inteligência - mental dexterity, nimbleness (en)[Spéc.]
bijdehand, intelligent, schrander, slim, verstandig — inteligente - dom, domme, dwaas, flauw, hersenloos, onverstandig, onverstandige, stom, stomme — estúpido, lerdo, medricas, parvo[Dériv.]
inteligência (n.) • intellect (n. neu.) • intelligentie (n.)
-