» 

diccionario analógico

ce qui appartient à un système et y agit favorablement (fr)[ClasseParExt.]

nut; utiliteit; nuttigheid; bruikbaarheidじゅうほう; ちょうほう; べんりさ; ゆういぎ; ゆうようせい; ようと; 便利さ; 有意義; 有用性; 用途; 重宝; 有用[ClasseHyper.]

eigenschap, feature, hoedanigheid, kenmerk, kenteken, propriëteitクォリティー, クオリティ, クオリティー, 品質, 性状, 性質, 物柄, 特性, 特質, 素質, 質[Hyper.]

dienstig, nuttig, zinvol助けになる[Propriété~]

aanwenden, bedienen, behandelen, benutten, bezigen, doorvoeren, gebruiken, hanteren, implementeren, introduceren, invoeren, nemen, omgaan, overgaan, overschakelen, pakken, tewerkstellen, toepassen, verwerken, wijdenつかう, とりあげる, やとう, 使う, 使用, 使用+する, 使用する, 傭う, 働かす, 働かせる, 利する, 利用, 利用+する, 利用する, 取り上げる, 取上げる, 役する, 役だてる, 役立てる, 用いる, 行使, 行使+する, 運用, 運用+する, 雇う - nuttig, utilitair便利, 便利な, 効果的, 実用的, 実用的な, 役立つ, 敏腕, 有用 , 有能, 腕利き, 調法, 重宝 - bruikbaar便, 便利, 実用的, 役立つ, 有用, 有益, 有能, 調法, 重宝 - utilitair実用的な - onbruikbaarいたずら, へっぽこ, やくざ, ヘッポコ, 下らない, 不用, 儚い, 徒爾, 無用, 無益, 無駄, 益体もない[Dérivé]

nutteloosheid, onbruikbaarheid, overbodigheid, vergeefsheid, vruchteloosheid, zinloosheidじょう, だそく, とじ, むだ, 不要, 冗, 徒爾, 無用, 無駄, 蛇足[Ant.]

洗浄力, 洗浄性 - functie, toepassingsmogelijkheidつかい道, ファンクション, 使いみち, 使い処, 使い所, 使い方, 使い道, 使処, 使所, 使道, 働き, 効用, 実利, 役割, 役割り, 役目, 役立つこと, 本旨, 機能, 狙, 狙い, 用, 用法, 用途, 甲斐, 目あて, 目当, 目当て, 目的, 職能, 趣意, 趣旨, 遣い道, 遣道 - behulpzaamheid, dienstbaarheid, dienstvaardigheid, gedienstigheid, hulpvaardigheid注意深さ - toepassingsmogelijkheid使用 - ユーザビリティ - 有用性 - じっさいせい, 実際性 - bruikbaarheid, uitvoerbaarheid実行可能性 - baat, nut, voordeelお手伝い, かい, ヘルプ, 世話, 力添え, 助け, 助け船, 効用, 御手伝い, 応援, 手伝い, 扶助, 援助, 支援, 救い, 救助, 救援, 救済, 救護, 用途, 甲斐, 補佐, 補助, 輔佐[Spéc.]

aanwenden, bedienen, behandelen, benutten, bezigen, doorvoeren, gebruiken, hanteren, implementeren, introduceren, invoeren, nemen, omgaan, overgaan, overschakelen, pakken, tewerkstellen, toepassen, verwerken, wijdenつかう, とりあげる, やとう, 使う, 使用, 使用+する, 使用する, 傭う, 働かす, 働かせる, 利する, 利用, 利用+する, 利用する, 取り上げる, 取上げる, 役する, 役だてる, 役立てる, 用いる, 行使, 行使+する, 運用, 運用+する, 雇う - bruikbaar便, 便利, 実用的, 役立つ, 有用, 有益, 有能, 調法, 重宝[Dérivé]

nutteloosheid, onbruikbaarheid, overbodigheid, vergeefsheid, vruchteloosheid, zinloosheidじょう, だそく, とじ, むだ, 不要, 冗, 徒爾, 無用, 無駄, 蛇足[Ant.]

onbruikbaarいたずら, へっぽこ, やくざ, ヘッポコ, 下らない, 不用, 儚い, 徒爾, 無用, 無益, 無駄, 益体もない[Dériv.]

bruikbaarheid (n.f.) • nut (n. neu.) • nuttigheid (n.f.) • utiliteit (n.f.) • 実用性 (n.) • 有益さ (n.)

-