Contenido de sensagent
- definiciones
- sinónimos
- antónimos
- enciclopedia
investigaciones anteriores en el diccionario :
computado en 0.015s
diccionario analógico
mesure du temps (fr)[Classe]
technique d'organisation du travail (fr)[Classe]
mesure d'une vitesse (fr)[Classe]
factotum (en)[Domaine]
time (en)[Domaine]
orden temporal (es)[Hyper.]
klokken, timen — abstoppen, stoppen, Zeit stoppen[Nominalisation]
timen — Zeit messen von - voorafgaand — vorhergehend - succeeding (en) - vroeg — früh - middelste — mittler - laat, late, te laat, verlaat — spät, überfällig, unpünktlich - voorbij, voorbije, vroeger — vergangen - aanwezig, huidig, huidige, present, tegenwoordig, tegenwoordige — anwesend, gegenwärtig, jetzig, Präsens, präsent, vorhanden, zugegen - komend — kommend[Dérivé]
approach, approaching, coming (en) - earliness (en) - laatheid — Verspätung - punctualiteit, punktualiteit, stiptheid — Pünktlichkeit - nalatigheid, traagheid — Säumigkeit, Verspätung, Zuspätkommen - gelijktijdigheid, overeenstemming, simultaneïteit — Einverständnis, Gleichzeitigkeit, Simultaneität, Simultanität, Simultanitätf - geschiktheid — Rechtzeitigkeit - unseasonableness, untimeliness (en) - pastness (en) - futurity (en) - nowness, presentness (en) - lead, spark advance (en)[Spéc.]
timen — Zeit messen von[Dérivé]
voorafgaand — vorhergehend - succeeding (en) - vroeg — früh - middelste — mittler - laat, late, te laat, verlaat — spät, überfällig, unpünktlich - voorbij, voorbije, vroeger — vergangen - aanwezig, huidig, huidige, present, tegenwoordig, tegenwoordige — anwesend, gegenwärtig, jetzig, Präsens, präsent, vorhanden, zugegen - komend — kommend[Dériv.]
tijdopneming (n.) • tijdwaarneming (n.) • timing (n.f.) • Timing (n. neu.) • Zeiteinteilung (n.) • zeitliche Abmessung (n.) • Zeitmessung (n.) • Zeitnahme (n.) • Zeitumgang (n.)