» 

diccionario analógico

inteligibilidadeverstaanbaarheid[Classe]

factotum (en)[Domaine]

SubjectiveAssessmentAttribute (en)[Domaine]

compreensibilidadebegrijpelijkheid, bevattelijkheid, verklaarbaarheid[Hyper.]

glashelder[Propriété~]

elucidar, esclarecerberedderen, bezinken, licht werpen op, redderen - aclarar, esclarecer, explicarduiden, expliciteren, ophelderen, preciseren, toelichten, verdietsen, verduidelijken, verhelderen, verklaren - nítidoduidelijk - brilhante, claro, claro como água, evidente, límpido, luculentoduidelijk, glashelder, helder, klaar, scherpzinnig - confuso - clear (en) - bem definidoduidelijk omlijnd - consciente, perceptivo, que percebebewust, opmerkzaam - nítidoscherp omlijnd - tranquilozuiver - agradável de ler, decifrávellezenswaardig, ontcijferbaar[Dérivé]

complicaçãoduisterheid, obscuriteit, onduidelijkheid, traag van begrip - unclearness (en)[Ant.]

monosemy (en) - focus (en) - precisão - claridade, limpidez, perspicáciabegrijpelijkheid, bevattelijkheid, inzicht - unambiguity, unequivocalness (en) - explicitação/clareza, precisãouitvoerigheid - clareza, transparênciadoorzichtigheid, duidelijkheid, transparantie[Spéc.]

elucidar, esclarecerberedderen, bezinken, licht werpen op, redderen - aclarar, esclarecer, explicarduiden, expliciteren, ophelderen, preciseren, toelichten, verdietsen, verduidelijken, verhelderen, verklaren - bem definidoduidelijk omlijnd[Dérivé]

nítidoduidelijk - confuso[Dériv.]

complicaçãoduisterheid, obscuriteit, onduidelijkheid, traag van begrip - unclearness (en)[Ant.]

clareza (n.) • duidelijkheid (n.) • helderheid (n.) • lucidez (n.) • transparência (n.)

-