Contenido de sensagent
investigaciones anteriores en el diccionario :
computado en 0.016s
défaut physique des choses[Classe]
aanblik, aanzicht, aanzien, gezicht, habitus, uiterlijk, voorkomen — apparence, aspect visuel - lelijkheid — laideur[Hyper.]
endommager - bederven, perverteren, verwennen — gâcher, gâter, ternir - ontvlekken — tacher - blemish, deface, disfigure (en)[Dérivé]
moedervlek — tache de naissance - chatter mark (en) - barst, berst, breuk, scherf, schilfer, splinter — copeau, ébréchure - fissure - entaille - moedervlek, schoonheidsvlekje — grain de beauté, nævus - gekras, geschraap, kras, litteken — cicatrice, égratignure, grattement, raclement - brandwond — marque de brûlure - belastering, bezoedeling, blaam, klad, plaats, plek, schandvlek, smet, spat, veeg — tache - stigma — stigmate - wrat — verrue - gierstgras, milium — milium, whitehead - meeëter, mee-eter, vetpuistje — comédon, point noir[Spéc.]
endommager - bederven, perverteren, verwennen — gâcher, gâter, ternir - ontvlekken — tacher - blemish, deface, disfigure (en)[Dérivé]
défaut apparent (n.m.) • vlek (n.)
-