» 

diccionario analógico

aloneness, loneliness, lonesomeness, solitariness (en) - animalism, physicality (en) - alma, pecho, ser (es) - Hektik, Nervosität, Ruhelosigkeit, Unruherusteloosheid, zenuwachtigheid - Gemeinschaftsgefühl, Gemeinschaftsgeist, Gemeinschaftssinn, Kampfgeist, Mannschaftsgeist, Solidarität, Teamgeistgemeenschapsgevoel, gemeenschapszin, groepsgeest, groepsgevoel, moraal, moralisatie, moreel, teamgeest, zedenles - quirky, temperamental, whimsical (en) - blood (en) - Perfektionismusperfectionisme - Widerstandsfähigkeitlankmoedigheid, permissiviteit, tolerantie, verdraagzaamheid - restrictiveness, unpermissiveness (en) - schoon nature - agreeability, agreeableness (en) - Übellaunigkeit - disagreeableness (en) - Bereitschaft, Bereitwilligkeit, Wohlwollenbereidheid, welwillendheid - Widerwilleonwilligheid - Freundlichkeit - Ungeselligkeitcontactarmoede, eenzelvigheid - Unfreundlichkeit - Gelassenheit, Ruhebedaardheid, beheerstheid, gerustheid, kalmte, rust, windstilte - discomposure (en) - Optimismusoptimisme - Pessimismuspessimisme - epicurisme - gourmandism (en) - verbittertbitterheid - bloodiness, bloodthirstiness (en)[Spéc.]

temperamental (en)[Dérivé]

Fröhlichkeit, Heiterkeitjubelkreet, juichkreet - uncheerfulness (en)[Desc]

gewillt, willensbereid - nicht willigonwillig[Dériv.]

aard (n.) • complexie (n.) • geaardheid (n.) • Gemütsverfassung (n.f.) • gestel (n. neu.) • inborst (n.) • karakter (n.) • Natur (n.f.) • natuur (n.f.) • Persönlichkeit (n.f.) • persoonlijkheid (n.f.) • psychische Verfassung (n.) • Seelenverfassung (n.) • temperament (n. neu.) • Temperament (n. neu.) • Veranlagung (n.f.) • wezen (n. neu.)

-