» 

diccionario analógico

ajobo, barcada, c/, carga, cargamento, cargazón, cargo, carguío, consigna, consignación, embarque, envío, flete, partida, remesa, transportecargo, consignatiegoederen, lading, last, loonpost, meetapparatuur, scheepslading, scheepsvracht, transport, verzending, vracht, vrachtgoed, zending - alijo, chivo, contrabando, matutecontrabande, sluikgoed, sluikwaar, smokkelwaar - feature (en) - productos defectuososkneus, kneusje - surtidoproduktaanbod - number (en) - nieuwe vulling - releaso - dreck, schlock, shlock (en) - softwarepakket - existencias, inventario, stock, surtidostock, voorraad - top of the line (en) - stukgoed - generic (en) - ironmongery (en)[Spéc.]

crear, fabricar, hacer, produciraanmaken, creëren, maken, produceren, scheppen, vervaardigen - comerciar, comerciar endoen, handel drijven, handelen, verhandelen[Dérivé]

vracht[Rel.App.]

artículo (n.) • artikel (n.) • buhonería (n.) • carga (n.f.) • efecto (n.m.) • género (n.m.) • géneros (n.m.p.) • goederen (n. neu.pl.) • handel (n.) • handelsgoederen (n.) • handelswaar (n.f.) • koopwaar (n.f.) • mercadería (n.) • mercancía (n.) • mercancías (n.f.p.) • producto (n.) • spul (n.) • vrachtgoed (n. neu.) • vrachtgoederen (n. neu.pl.) • waar (n.f.) • winkelwaar (n.f.)

-