» 

diccionario analógico

nieuwigheid; bedenksel; vinding; uitvinding; innovatie; haute-nouveauté; le dernier cri; nieuwtje; noviteit; novum; snufjeinvento; invención; innovación[ClasseHyper.]

handelswaar; winkelwaar; goederen; koopwaar; vrachtgoed; vrachtgoederen; handel; handelsgoederen; spul; waren; goederen per trein; artikel; vrachtgéneros; mercancías; carga; buhonería; efecto; género; producto; artículo; mercancía; mercadería[ClasseParExt.]

(octrooi; oktrooi; brevet; patent)(patente de invención; patente de propiedad industrial; privilegio de invención; patente)[termes liés]

(nieuwheid)(novedad)[Caract.]

(promoting; promotie)(promoción)[termes liés]

engineering (en)[Domaine]

Creation (en)[Domaine]

creatie, schepping, werkcreación[Hyper.]

bedenken, bewerkstelligen, drijven, instrumenteren, leiden, orkestreren, uitdenken, uitkienen, uitknobbelen, uitvinden, verzinnencrear, dirigir, discurrir, idear, imaginar, inventar, maquinar, organizar, pensar, planear, tramar, tramar, maquinar - innovereninnovar[Nominalisation]

innovador[Dérivé]

uitvinder, uitvindsterartífice, autor, descubridor, inventor, inventora[PersonneQuiFait]

innovereninnovar[Dérivé]

bedenksel (n. neu.) • haute-nouveauté (n.) • innovación (n.f.) • innovatie (n.f.) • invención (n.f.) • invento (n.m.) • le dernier cri (n.) • nieuwigheid (n.f.) • nieuwtje (n. neu.) • nouveauté (n.f.) • noviteit (n.f.) • novum (n.) • snufje (n. neu.) • uitvinding (n.f.) • vinding (n.f.)

-