Contenido de sensagent
investigaciones anteriores en el diccionario :
computado en 0.0s
grapa — klem; nietje; wondhaakje[Classe]
cierre; clausura; parada; parón — sluiting; opheffing; buitengebruikstelling[ClasseParExt.]
abrochar, enhebillar — gespen, klemmen, omgespen, vastgespen, vastklemmen - brooch, clasp (en)[Dérivé]
billetera, bolsa, bolsillo, bolso, bolso de mujer, bulto, cartera, limo, mariconera, monedero, saca de dinero, tanque — beurs, damestas, damestasje, geldzak, handtas, handtasje, paperback, polstasje, prijzengeld, tasje - ajorca, brazalete, esclava, pulsera — armband, bracelet[Desc]
abrochar, enhebillar — gespen, klemmen, omgespen, vastgespen, vastklemmen - brooch, clasp (en)[Dérivé]
binding (n.f.) • broche (n.m.) • cierre (n.) • clausuur (n.) • gesp (n.) • hebilla (n.f.) • knipbeugel (n.) • spang (n.)
-