kooi, slaapplaats, slaaptrein, slaapwagen — camarote, coche-cama, litera, tren de literas - built-in bed (en) - bunk (en) - etagebed, stapelbed — litera - campingbedje, hangmat, kinderbed, stulp, veldbed, wieg — cama de campaña, cama plegable, catre, catre de tijera - couch (en) - doodsbed, sterfbed — lecho de muerte - tweepersoonsbed — cama de matrimonio - hemelbed — cama de columnas - hangmat — hamaca, hamaca paraguaya - bruidsbed, huwelijksbed — tálamo - cama plegable, plegatín - brits - platform bed (en) - ziekbed — lecho de enfermo - eenpersoonsbed — cama de uno, cama individual - sleigh bed (en) - dolly — carriola - twin bed (en) - waterbed — cama de agua[Spéc.]

de … camas - aanschroeven, afschroeven, bedvogelen, bekennen, beminnen, bibberen, bijslapen, bonken, bonzen, cohabiteren, coïteren, de geslachtsdaad verrichten, de liefde bedrijven, dreutelen, emmeren, figuurzagen, flensen, fleppen, fokken, geslachtsgemeenschap hebben, ketsen, kezen, kieren, knarren, liefhebben, minnen, naar bed gaan met, nemen, neuken, pakken, palen, pezen, poepen, pompen, rammen, rampetampen, rollebollen, schroeven, seksen, slapen, slapen met, soppen, uitschroeven, vastschroeven, vogelen, vozen, vrijen, wippen — acostarse con, apretar, atornillar, coger con , dormir con, enroscar, follar, follar con , hacer el acto sexual, hacer el amor, joder, tener contacto sexual, tirarse a - naar bed brengen — acostar - bed (en)[Dérivé]

onderbed — cama, cuja - matras, vlooienbunker — colchón, manso[Desc]

álveo (n.m.) • bed (n. neu.) • bedding (n.f.) • cama (n.) • cauce (n.m.) • lecho (n.m.) • ledikant (n. neu.) • legerstede (n.) • madre (n.f.) • nest (n. neu.) • sponde (n.) • yacija (n.f.)