Contenido de sensagent

definiciones
sinónimos
antónimos
enciclopedia

investigaciones anteriores en el diccionario :

computado en 0.015s

▷imprimir ▷Français ▷English ▷Português

red semántica multilingüe

diccionario analógico

résultat d'un échange (fr)[Classe]

opération économique (fr)[ClasseHyper.]

(comerciante; tendero; tendera; negociante; tratante; mayorista), (hacer negocios), (comercial; traficante; vender; vendedor; tendero), (casa comercial; empresa comercial) — (koopman; koopvrouw; kleine zelfstandige; middenstander; middenstandster; neringdoende; winkelhouder; winkelhoudster; winkelier; winkelierster; handelaar; handelaarster; handelsman; koopvaarder; koopvaardijschip), (handeldrijven; zaken doen; handel drijven), (handelsman; koopman; koopvrouw; handelaar; verkoper), (handelsfirma; handelsonderneming)[termes liés]

acción de grupo — actie - comercialismo, comercio, intercambio, intercambio comercial, mercantilización — business, commerce, commercie, economisch verkeer, handel, handelsgeest, handelsverkeer, koophandel, koopmansgeest, ruilverkeer, zaak[Hyper.]

comerciar, hacer negocios, negociar — dealen, handeldrijven, handel drijven, handelen, zaken doen - comerciar, despachar, negociar, tramitar — rommelen, rondscharrelen, scharrelen, zaken doen - dirigir, llevar — voeren[Dérivé]

negociación, negocios, operación, relaciones, transacción, transacciones, trato — afhandeling, handelsovereenkomst, het handelen, transactie, transaktie

comercialismo, comercio, intercambio, intercambio comercial, mercantilización — business, commerce, commercie, economisch verkeer, handel, handelsgeest, handelsverkeer, koophandel, koopmansgeest, ruilverkeer, zaak - affairs (en) - operations, trading operations (en) - transferencia, transmisión, trasferencia, trasmisión — containeroverslag, giro-overschrijving, overboeking, overhandiging, overheveling, overschrijving, storting, transfer - wisselmarkt - comercio, negocio, operación — handeltje, zaakje - downtick, down-tick, minus tick (en) - uptick (en) - ontlening, overname - alquiler, arrendamiento, arriendo — huur, verhuring, verhuur - Seward's Folly (en)[Spéc.]

transactionnel (fr)[Rel.]

comerciar, hacer negocios, negociar — dealen, handeldrijven, handel drijven, handelen, zaken doen - comerciar, despachar, negociar, tramitar — rommelen, rondscharrelen, scharrelen, zaken doen - dirigir, llevar — voeren[Dérivé]

afhandeling (n.) • handelsovereenkomst (n.f.) • het handelen (n.) • negociación (n.f.) • negocios (n.) • operación (n.f.) • relaciones (n.) • transacción (n.f.) • transacciones (n.) • transactie (n.f.) • transaktie (n.f.) • trato (n.m.)

-