» 

diccionario analógico

classificatie; indeling; ranglijst; klassementclasificación; ranking[Classe]

schikking; inrichting; rangschikking; behandeling; organisatieorganización; clasificación; ordenamiento; disposición; orden; tramitación[ClasseHyper.]

factotum (en)[Domaine]

SubjectiveAssessmentAttribute (en)[Domaine]

actief, activiteit, aktiviteit, bedrijvigheid, bezigheid, drukte, occupatie, werking, werkzaamheden, werkzaamheidactividad, animación, ocupación, quehacer[Hyper.]

arrangeren, rangschikken, regelen, schikkenadaptar, arreglar, disponer, ordenar[Nominalisation]

in orde brengen, in orde maken, ordenen, organiseren, overkoepelen, uitgaanarreglar, facilitar, ordenar, poner en orden, suministrar - bedenken, bewerkstelligen, drijven, instrumenteren, orkestreren, uitdenken, uitkienen, uitknobbelen, uitvinden, verzinnencrear, dirigir, discurrir, idear, imaginar, inventar, maquinar, organizar, pensar, planear, tramar, tramar, maquinar - organiserenorganizar[Dérivé]

randomisation, randomization (en) - systematiseringsistematización - ordenación - itemisation, itemization, listing (en) - territorialisation, territorialization (en)[Spéc.]

herindeling, herschikking, herstructureringnueva disposición, nuevo arreglo[A Nouveau]

in orde brengen, in orde maken, ordenen, organiseren, overkoepelen, uitgaanarreglar, facilitar, ordenar, poner en orden, suministrar - bedenken, bewerkstelligen, drijven, instrumenteren, orkestreren, uitdenken, uitkienen, uitknobbelen, uitvinden, verzinnencrear, dirigir, discurrir, idear, imaginar, inventar, maquinar, organizar, pensar, planear, tramar, tramar, maquinar - organiserenorganizar[Dérivé]

behandeling (n.f.) • clasificación (n.f.) • disposición (n.f.) • inrichting (n.f.) • orden (n.m.) • ordenamiento (n.m.) • organisatie (n.f.) • organización (n.f.) • rangschikking (n.f.) • schikking (n.f.) • tramitación (n.f.)

-