» 

diccionario analógico

aanmaak; fabrikatie; vervaardiging; fabricage; fabrikage; maaksel; fabrikaat; makelij; fabricatieإبتكار; تصميم; جعل; صُنْع، إنْشاء، تَكْوين[ClasseHyper.]

aanmaak; fabrikatie; vervaardiging; fabricage; fabrikage; maaksel; fabrikaat; makelij; fabricatieإبتكار; تصميم; جعل; صُنْع، إنْشاء، تَكْوين[ClasseHyper.]

opération de fabrication de la céramique (fr)[DomainRegistre]

opération de fabrication du pain (fr)[DomainRegistre]

productie, produktieإنْتاج, إِنْتَاج[Hyper.]

maken, produceren, voortbrengenمثّل, يُخْرِج مَسْرَحِيَّه - vormen, vormgevenشكل, شَكَّلَ, صَاغَ, مَثَّلَ, يُشَكِّل، يُكَوِّن[Nominalisation]

laten, maken, produceren, scheppen, vervaardigenأَحْدَثَ, صنع, يَخْلِـق, يَصْنَع، يَعْمَل, يُجْبِر، يُسَبِّب، يَجْعَل - aanmaken, creëren, maken, produceren, scheppen, vervaardigenخلق, صنع, صَنَعَ, يُنْتِج، يَصْنَع, يُنْتِج، يَصْنَع، يَعْمَل, يُنْتِج، يُغِلُّ - uitvinden, verdichtenإخترع, دبّر, يَخْتَرِع - scheppenأبْدَعَ, خَلَقَ, صنع - op touw zetten, organiserenإستعدّ, تآمر, نظّم, يُنَظِّم, يُنَظِّم، يُعِدُّ - makenصنع - aanbouwen, aanleggen, bebouwen, bouwen, construeren, in elkaar timmeren, konstrueren, leggen, opbouwen, optrekken, timmerenأَقَامَ, أَنْشَأَ, بَنَى, صنع, صَنَعَ, يَبْني، يُقيم، يُشيد, يَبْني، يُقيمُ - أسلوب - makenصنع[Dérivé]

cartering, cartografie, karteringفنّ رسم الخرائط, فَنُّ رَسْمِ الخَرائِط - film making, moviemaking, movie making (en)[Spéc.]

laten, maken, produceren, scheppen, vervaardigenأَحْدَثَ, صنع, يَخْلِـق, يَصْنَع، يَعْمَل, يُجْبِر، يُسَبِّب، يَجْعَل - aanmaken, creëren, maken, produceren, scheppen, vervaardigenخلق, صنع, صَنَعَ, يُنْتِج، يَصْنَع, يُنْتِج، يَصْنَع، يَعْمَل, يُنْتِج، يُغِلُّ - uitvinden, verdichtenإخترع, دبّر, يَخْتَرِع - scheppenأبْدَعَ, خَلَقَ, صنع - op touw zetten, organiserenإستعدّ, تآمر, نظّم, يُنَظِّم, يُنَظِّم، يُعِدُّ - makenصنع - aanbouwen, aanleggen, bebouwen, bouwen, construeren, in elkaar timmeren, konstrueren, leggen, opbouwen, optrekken, timmerenأَقَامَ, أَنْشَأَ, بَنَى, صنع, صَنَعَ, يَبْني، يُقيم، يُشيد, يَبْني، يُقيمُ - أسلوب - makenصنع[Dérivé]

aanmaak (n.m.) • fabricage (n.f.) • fabricatie (n.f.) • fabrikaat (n. neu.) • fabrikage (n.f.) • fabrikatie (n.f.) • maaksel (n. neu.) • makelij (n.f.) • vervaardiging (n.f.) • اِبْتِدَاع (n.) • اِبْتِكَار (n.) • تَصْمِيم (n.) • صُنْع، إنْشاء، تَكْوين (n.)

-