» 

diccionario analógico

instrument flight, instrument flying (en) - astronavegación, navegación interplanetaria - dead reckoning (en)[Spéc.]

conducir, guiar, pilotar, pilotearbinnenhalen, binnenloodsen, de route aangeven, loodsen - pilotar - relativo a la navegación[Dérivé]

avanzar hacia alguien amenazadoramenteafgaan, afstevenen, afstevenen op - orzarloeven, oploeven - weather (en) - navegarschuitjevaren, spelevaren - stomen - dedicarse al balandrismo, navegar en yate, pasear en yate, tomar parte en regataszeilen - cruzar en barco, deslizarse, navegar, navegar a vela, pilotarbevaren, sturen, varen, zeilen, zweven - beat (en) - rack, scud (en) - outpoint (en) - dar bordadas, emprender, viraraanpakken, loeven, ter hand nemen, wenden - wear ship (en) - transportar en transbordador - transportar en transbordadoroverzetten - transportar, transportar en transbordadoroverzetten - vlotten - navegar[Domaine]

arte de navegar (n.m.) • ciencia de navegar (n.f.) • loodsdienst (n.) • loodsgeld (n.) • loodswezen (n.) • marina (n.f.) • náutica (n.f.) • nautiek (n.) • navegación (n.) • navigatie (n.) • paalfundering (n.) • pilotage (n.) • pilotaje (n.m.) • stuurmanskunst (n.f.) • zeevaartkunde (n.f.)

-