Contenido de sensagent
- definiciones
- sinónimos
- antónimos
- enciclopedia
investigaciones anteriores en el diccionario :
computado en 0.016s
diccionario analógico
vorderen — work - put to work, work - bezighouden, dienen, doen, functioneren, occuperen, opereren, ophouden, werken — work - opereren — work[Dérivé]
golfslag, lotie, spoelwater, was, wasbeurt, wasgoed, waswater — laundry, lavation, wash, washing - action - job - job - bediening, procedure, werking, werkwijze — operation, procedure - opslag — service - polishing, shining - heavy lifting - huishoudelijkheid, huishouding — housewifery - huishouden, huishoudgeld, huishouding, schoonmaak — domestic maintenance, housekeeping, housework - strijkgoed — ironing - drukdoenerij, tijdpassering, tijdverdrijf, tijdvulling — busywork, make-work - logging - rafel — loose end, unfinished business - nachtarbeid, nachtwerk — nightwork - klerkenwerk, papierwerk, papierwinkel, schrijfwerk — paperwork - agogie, maatschappelijk werk, sociale bijstand, sociale zorg, welzijnswerk, welzijnszorg — casework, social security, social service, social work, welfare, welfare work - geploeter, gezwoeg, Labour — labor, labour, toil - plaatsbekleding, plaatsvervanging — deputising, deputizing, subbing, substituting, substitution - antecedentenonderzoek, doorlichting, onderzoek, onderzoeking, opsporingswerk, research, speurwerk, wetenschappelijk onderzoek — investigating, investigation, research - ziekenverpleging, zorg — aid, attention, care, tending - dienst, plicht, taak — duty, place - boodschap, missie, missiewerk, zending, zendingswerk — mission, missionary work - grondwerk, pionierswerk — spadework - timework - expeditie, lijkbezorging, onderneming, opdracht, opgaaf, opgave, project, taak, uitvaartverzorging, werklast — enterprise, labor, project, task, undertaking - coursework - clacă (ro) - clacă (ro) - functioning, operation, performance - dobrovolxni rad (sr)[Spéc.]
vorderen — work - put to work, work - bezighouden, dienen, doen, functioneren, occuperen, opereren, ophouden, werken — work - opereren — work[Dérivé]
