Contenido de sensagent
investigaciones anteriores en el diccionario :
computado en 0.015s
afsluiten, dichtplakken, verzegelen, zegelen — fechar, selar - doen toekomen, expediëren, op de post doen, opsturen, posten, rondsturen, toesturen, uitleveren, verschepen, verzenden — deitar no correio, distribuir, enviar, expedir, mandar, postar, remeter - adresser (fr) - een postzegel plakken op, een stempel zetten op, frankeren, stempelen, zegelen — franquear, franquiar, libertar, selar - envoyer ses vœux (fr) - achternasturen, achternazenden, doorsturen, doorzenden, heradresseren, nasturen, nazenden — corrigir o endereço de, enviar, expedir, fazer seguir, postar, reencaminhar, reexpedir, remeter - spedire (it)[Spéc.]