» 

diccionario analógico

pitié (sympathie envers celui qui souffre) (fr)[Classe]

beminnelijkheid; aardigheid; vriendelijkheid; mildheid; zachtheid; goedheidFreundlichkeit; Liebenswürdigkeit[Classe]

weldoen; weldadigheidWohltat[Classe]

dévouement (fr)[Classe]

Großmut - tederheidZärtlichkeit - eminentie, preëminentieBerühmtheit - edelmoedigheid, generositeit, gulhartigheid, gulheid, royaliteit, vrijgevigheidEdelmut, Freigebigkeit, Freigiebigkeit, Generosität, Großherzigkeit, Großzügigkeit, Hochherzigkeit - largesse (fr) - neerbuigendheidHerablassung - clementie, genadigheid, klementie, vergevensgezindheidGnädigkeit, Milde, Nachsicht, Versöhnlichkeit - hartelijkheid, hartigheid, warmhartigheidHerzlichkeit, Warmherzigkeit - tolerantie, verdraagzaamheidToleranz - impulsiviteit, luchtigheid, onbevangenheid, openhartigheid, oprechtheid, speelsheid, spontaniteit, vrijmoedigheidAufrichtigkeit, Freimut, Redlichkeit - débonnaireté (fr) - beslechting, goedmakingBereinigung, Schlichtung - complaisance (fr) - stadslevenGewandtheit, Höflichkeit, Urbanität, Verbindlichkeit - behulpzaamheid, dienstbaarheid, dienstvaardigheid, gedienstigheid, hulpvaardigheidAufmerksamkeit, Dienstbarkeit, Dienstbereitschaft, Hilfsbereitschaft - bevalligheid, charme, elegantie, gratie, zwierAnmut, Grazie - groothartigheid, grootmoedigheid, grootmoeigheidGroßmut, Großmütigkeit, Weitherzigkeit - geestkracht, kracht, standvastigheid, vastberadenheid, zielskrachtCharakterstärke, Geisteskraft, Geistesstärke - bonasserie (fr) - bénignité (fr) - humanitarianism (en) - vergevingsgezindheidVersöhnlichkeit - kwistigheidVerschwendung - blancheur (fr)[Spéc.]

braafheid, goedhartigheid, goedheid, oppassendheid, vriendelijkheid, zoetheidArtigkeit, Bravheit, Güte, Gutherzigkeit, Herzensgüte, Süßheit[Gén.]

-