Contenido de sensagent
investigaciones anteriores en el diccionario :
computado en 0.016s
faire qqch (pour l'homme) (prop. courante) (fr)[Classe...]
se couvrir (fr)[Classe]
s'habiller plus soigneusement qu'à l'habitude (fr)[Classe]
se parer avec excès ou ridicule (fr)[Classe]
se mettre des chaussures (fr)[Classe]
mettre sur soi des vêtements (fr)[Classe]
habiller, s'habiller à nouveau (fr)[Classe]
zich vermommen als — disfrazarse de[Classe]
mettre une cravate à qqn (fr)[Classe]
endosser (fr) - aankleden, kleden, kleren aandoen, kleren aantrekken, zich aankleden, zich kleden — acicalarse, revestirse, vestir, vestirse - aanpassen, passen, proberen, uitproberen — ensayar, experimentar, probar, probarse - couvrir (fr) - saper (fr) - ponerse - opkalefateren, oppassen, opschikken, optutten, soigneren, toiletteren, verzorgen — acicalarse, almohazar, arreglarse, cuidarse, ponerse guapo - omkleden, verkleden, zich omkleden, zich verkleden, zich verschonen — cambiar, cambiarse, cambiarse de ropa, mudarse - aantrekken — a la ponerse carrera, meterse, ponerse, ponerse a la carrera - nipper (fr) - loquer (fr) - apprêter, préparer (fr) - réessayer (fr) - aandoen, aantrekken, omdoen, omhangen, omslaan, opzetten, voorbinden, voordoen, zich — calzar, calzarse, llevar, poner, ponerse, usar, vestir, vestirse, vestirse de - in de kleren schieten — vestirse rápidamente[Spéc.]
-