Contenido de sensagent
investigaciones anteriores en el diccionario :
computado en 0.0s
nuire en paroles (à qqn)[Classe]
abaisser la valeur de quelqu'un[Classe]
zeggen — dire, exprimer (la pensée, un information) par la parole[Classe...]
médire[Thème]
faire des commérages[Classe]
kwaadspreken — médire - belasteren, kwaadspreken, zwart maken — diffamer, noircir, vilipender - afkammen, schimpen op — débiner, déblatérer - doorprikken, ontmaskeren — débunker, démystifier, discréditer, éventer - belasteren, kritiseren, kwaadspreken, lasteren, niet appreciëren, zwartmaken — décréditer, décrier, dénigrer, dépriser, diffamer - dauber - honnir - insinueren, suggereren — insinuer - compromitteren, de goede naam schaden van, in de goede naam aantasten, in opspraak brengen, kompromitteren — compromettre, nuire à la réputation - bekladden, belasteren, bezwadderen, kwaadspreken, lasteren, schandaliseren, te schande maken, tot schande strekken, zwartmaken — déconsidérer, décrédibiliser, discréditer, nuire à la réputation - blameren, in diskrediet brengen, ongeloofwaardig maken — discréditer - afreageren op, bekritiseren, tekeergaan, te keer gaan tegen, uitvaren tegen, vitten op, zich keren tegen — s'en prendre à qqn, tempêter - tympaniser - bekladden, bevlekken, een smet werpen op, verliederlijken, vuilmaken — entacher, perdre la réputation, salir, souiller, tarer, ternir - neerslaan — démolir, mettre en capilotade, mettre en pièces - casser du sucre sur le dos - belasteren, kwaadspreken — dénigrer - tirer à boulets rouges - distiller du venin - dire des méchancetés - esquinter - décauser - flétrir - égratigner - crier haro sur, crier haro sur le baudet - dire pis que pendre - croasser - in de eer aantasten — attaquer l'honneur[Spéc.]
-