Contenido de sensagent
investigaciones anteriores en el diccionario :
computado en 0.0s
overmannen; overwinnen; nerslaan[Classe]
enlever (fr) - avoir le dernier mot (fr) - gagner (fr) - aanvoeren, de leiding hebben, een voorsprong hebben op, iets voor hebben op, in het voordeel zijn, leiden, op kop liggen, vóór liggen, vooroplopen, vóór staan - primer (fr) - prendre le meilleur (fr) - avoir barre (fr) - aan de winnende hand zijn, afdrogen, buigen, de baas zijn, de eindstreep halen als eerste, de overhand krijgen/hebben, het winnen van, inmaken, inpakken, kloppen, overwinnen, pakken, slaan, verwinnen, winnen, winnen van, zegevieren - predomineren, prevaleren - excelleren, overschaduwen, overvleugelen, schitteren, uitblinken, uitmunten - domineren, overheersen - bousculer (fr) - afbluffen, aftroeven, overbluffen, overtreffen, overtreffen in - être le plus important (fr) - knechten, onderwerpen - abaisser (fr) - beter zijn dan - assoggettare (it) - vincere (it) - imminer (fr) - primer sur (fr) - act superior, lord it over, put on airs, queen it over (en) - domineren[Classe]
-