Contenido de sensagent

definiciones
sinónimos
antónimos
enciclopedia

investigaciones anteriores en el diccionario :

computado en 0.0s

▷imprimir ▷Français ▷English ▷Português

red semántica multilingüe

diccionario analógico

métier de l'éducation[Classe]

(docent; leerkracht; onderwijskracht; leraar; lerares; docente), (in praktijk brengen), (opvoedkunde; pedagogie; pedagogiek; lering; les; onderwijs; onderwijsinstelling; scholing; didactiek; onderricht; onderwijskunde; onderwijsleer; opleiding), (onderwijs; onderricht) — enseigner qqch à qqn[Thème]

docent; leerkracht; onderwijskracht; leraar; lerares; docente — personne qui enseigne à autrui

hoogleraar; professor; brildrager; brillejood; brillenjood; Hoogl.; ordinarius; prof; belijder; prof.; docent — professeur[Classe]

formateur professionnel[Classe]

personne qui encadre et enseigne un sport[Classe]

onderwijzer; onderwijzeres; meester; schoolmeester; leermeester — enseignant de la maternelle et du primaire[Classe]

prosecteur - doctor, doctores, dokter, dr., gepromoveerde — docteur - jeugdleider, jeugdwerker, wijze — mentor - gids — cicérone - docent, docente, frik, instructrice, leerkracht, leraar, lerares, onderwijsgevende, onderwijskracht, schoolfrik, schoolvos — enseignant, enseigneur, professeur - magister - onderwijsdeskundige, opvoeder, opvoedkundige, pedagoge, pedagoog, vormend — éducateur, pédagogue - docent, huisonderwijzer, instructeur, instructrice, mentor, opvoeder, priva a-leraar, privéleraar, repetitor, studiementor, tutor, voogd — précepteur, professeur particulier, répétiteur, tuteur - sous-maître - maître nageur - academica, academicus, doctoranda, doctorandus, dra., drs. — maître - intervenant - régent - pet-de-loup - fouette-cul - catecheet, godsdienstonderwijzer — catéchiste - maître nageur-sauveteur - frère de l'instruction chrétienne - éveilleur - betweetster, betweter, boekenvreter, boekenworm, boekenwurm, boekworm, lettervreter, pedant, polyhistor, technocraat, veelweter, weetal, wijsneus — bouquineur, magister, pédant, pédante, scolastique - aflossing, double, doubleur, doublure, invaller, invalster, plaatsbekleder, plaatsbekleedster, plaatsvervangend, plaatsvervanger, plaatsvervangster, remplaçant, remplaçante, reserve, stand-in, substituant, substituante, substituut, vervanger, vervanging, vervangster — doublure, remplaçant, renforts, substitut, succédané, suppléant - rhéteur - sergent instructeur - théologal - andragogue[Spéc.]

-