Contenido de sensagent
investigaciones anteriores en el diccionario :
computado en 0.0s
clouer (fr)[Classe]
fixer, caler un chargement (fr)[Classe]
rendre fixe, immobile (fr)[Classe]
faire tenir les cheveux en place (fr)[Classe]
lier, fixer avec une ou des corde(s) (fr)[Classe]
arrêter, fixer, immobiliser un navire sur l'eau (fr)[Classe]
emboîter (fr)[Classe]
maintenir (fr) - aanhechten, beleggen, bevestigen, ophangen, opzetten, vangen, vasthechten, vastleggen, vastmaken, vastzetten, verbinden, vestigen, zetten — amarrar, apersogar, asegurar, atar, enlazar, fijar, juntar, sujetar, unir - sceller (fr) - entraver (fr) - kanten, keren, opkomen, roeren, standhouden, vechten, verweren, verzetten, weerstand bieden aan, weren — aguantar, mantenerse firme, resistir - inhouden, vasthouden — retener - momifier (fr) - aanhangen, aankoppelen, bevestigen, hechten, knopen, vasthechten, vastmaken — adjuntar, anexar, atar, sujetar - faire tenir (fr) - arrêter (fr) - bloquer (fr) - tuien — asegurar con un cable - abloquer (fr) - charpenter (fr)[Spéc.]
onbeweeglijk maken, platleggen, stilleggen, vastklemmen — inmovilizar[Gén.]
-