Contenido de sensagent
investigaciones anteriores en el diccionario :
computado en 0.015s
avoir pour effet (fr)[Classe...]
obstacle (fr)[Thème]
faire obstacle dans un passage (fr)[Classe]
empêcher (de faire, de se produire) (fr)[Classe]
meter un palo en la rueda, sabotearlo todo — een spaak in het wiel steken - contener, contenerse, dominar, embarazar, estorbar, frenar, obstaculizar, obstruir, refrenar, retener — aan banden leggen, bedwingen, belemmeren, beteugelen, betomen, bezwaren, inbinden, inhouden, intomen, opkroppen, terughouden, verbijten, weerhouden - confundir, embrollar, enredar — in de war brengen, verstrikken, verwarren - detener, estorbar, ser un estorbo — hinderen, in de weg lopen, in de weg staan, in de weg zitten, ophouden, stremmen - acabar con, contrariar, defraudar, desbaratar, estafar, frustrar, hacer la contra, impedir algo a alguien, llevar la contraria, obstaculizar, poner fin a algo, poner obstáculos — beletten, doorkruisen, dwarsbomen, een stokje steken voor, frustreren, tegenstreven, tegenwerken, verhinderen, verijdelen - detener, frenar, impedir, parar, poner fin a, retener — beletten, een einde maken aan, een eind maken aan, een halt toeroepen, tegenhouden, verhinderen - dar un coletazo — scharnieren - mettre obstacle (fr) - andar estorbando — voor de voeten lopen - bloquer (fr) - déventer (fr) - marcar — dekken[Spéc.]
-