» 

diccionario analógico

qui empêche (fr)[Classe]

empêcher (de faire, de se produire) (fr)[Classe]

vooringenomenheid; voorkoming; preventie; voorzorg; hindernis; het voorkómen; belemmering; het voork{#225}{#162}{#225}menprevención; predisposición; evitación; barrera; obstáculo[Classe]

lien qui entrave (fr)[Classe]

personne qui empêche qqch (fr)[Classe]

action visant à ce que qqch ne se réalise pas (fr)[Classe]

empêché (dans une action) (fr)[Classe]

traitement visant à ce que qqch ne se produise pas (fr)[Classe]

ensemble de mesures préventives (fr)[Classe]

(ontzeggen; afslaan; afwijzen; verwerpen; weigeren)(denegar; rechazar; rehusar)[Thème]

(moedeloosheid; demotivatie; demotivering; ontmoediging; demoralisatie; mismoedigheid; verslagenheid)(desaliento; abatimiento; descorazonamiento; desfallecimiento)[Thème]

(minpunt; nadeel; ongunstigheid; onvoordeligheid)(desventaja)[Thème]

(vooringenomenheid; voorkoming; preventie; voorzorg; hindernis; het voorkómen; belemmering; het voork{#225}{#162}{#225}men)(prevención; predisposición; evitación; barrera; obstáculo)[termes liés]

(vooringenomenheid; voorkoming; preventie; voorzorg; hindernis; het voorkómen; belemmering; het voork{#225}{#162}{#225}men)(prevención; predisposición; evitación; barrera; obstáculo)[Caract.]

-